Advocaat recht op toegang tot cliënt voorafgaande aan politieverhoor.
Uitspraak Hoge Raad over de raadsman bij het politieverhoor .
De kern van de uitspraak van de Hoge Raad is dat een verdachte, voorafgaand aan het verhoor door de politie over een strafbaar feit, de gelegenheid moet hebben een advocaat te raadplegen. Vóór de aanvang van dat verhoor dient de verdachte op dat recht te worden gewezen.
Een verdachte heeft geen recht op aanwezigheid van een advocaat bij het politieverhoor zelf. Als een verdachte tegenover de politie verklaringen heeft afgelegd zonder in de gelegenheid te zijn geweest met een advocaat overleg te plegen, zullen die verklaringen in de regel niet voor het bewijs mogen worden gebruikt.
Achtergrond
Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) te Straatsburg heeft in een aantal recente uitspraken geoordeeld dat het recht op een eerlijk proces was geschonden (art. 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)), doordat voor het bewijs gebruik was gemaakt van verklaringen die door de verdachte waren afgelegd toen hij zonder raadsman door de politie was verhoord.
Het gaat in het bijzonder om de uitspraak van het EHRM van 27 november 2008, het Salduz-arrest.