Zaken geëindigd zonder straf of maatregel? Mail de redactie!

Vrijspraak voor hennepkwekerij.

 

Feiten:

 Bij de Regionale Criminele Inlichtingen Eenheid (RCIE) van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost is in de periode augustus-september 2006 via een informant de volgende informatie binnengekomen:
Verdachte is in het bezit van een vuistvuurwapen. Hij bewaart dit wapen in zijn woning.
De politie heeft, na binnentreden,  geen vuurwapen aangetroffen, maar wel een hennepkwekerij, ten behoeve waarvan illegaal stroom werd afgenomen. Ter zake van de aanwezigheid van deze kwekerij en de diefstal van stroom is proces-verbaal tegen verdachte opgemaakt, hetgeen heeft geleid tot de onderhavige strafzaak.

Oordeel hof:  Het hof is van oordeel dat de RCIE-informatie onvoldoende concreet en niet genoegzaam getoetst is om op zichzelf de grondslag te kunnen vormen voor een verdenking als bedoeld in art. 49 Wet Wapens en Munitie. Het hof stelt vast dat – behoudens een adrestoetsing – geen nader onderzoek is verricht, teneinde de betrouwbaarheid van de informatie te toetsen. Voor dergelijk nader onderzoek was evenwel alle aanleiding, gelet op de omstandigheid dat de RCIE zelf had aangegeven geen oordeel over de betrouwbaarheid te kunnen geven. Het hof is van oordeel dat, bij gebreke van een voldoende verdenking, het binnentreden in de woning van verdachte door de politie onrechtmatig was. Nu het in de woning aangetroffen bewijsmateriaal door het verzuim is verkregen en naar het oordeel van het hof door de onrechtmatige bewijsgaring een belangrijk (strafvorderlijk) voorschrift en rechtsbeginsel in aanzienlijke mate is geschonden, dient dat materiaal van het bewijs te worden uitgesloten. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat door het onrechtmatig binnentreden het huisrecht van verdachte is geschonden. 

Conclusie: Bewijsuitsluiting wegens onrechtmatig binnentreden.

Vrijspraak.