April 2008.
Mijn visie…………..op vergoedingen na ten onrechte ondergane detentie.
BN-de Stem Hoge vergoeding na extra zware detentiedoor Jan Reijnders BREDA –. donderdag 24 april 2008. Vrijgesproken gedetineerden die van ernstige feiten werden verdacht, kunnen om die reden in aanmerking komen voor extra hoge schadevergoedingen.Strafpleiter Sjoerd van Berge Henegouwen leidt dat af uit de uitspraak die de rechtbank in Breda gisteren deed over de schadevergoeding aan de van zesvoudige poging tot moord vrijgesproken R.H. uit Eindhoven. H., die ervan werd verdacht in Gilze op een huis met zes familieleden te hebben geschoten, krijgt twee keer zoveel schadevergoeding als normaal bij een vrijspraak.
Mr. Van Berge Henegouwen is opgetogen over het Bredase vonnis. “De Bredase rechters erkennen dat het nogal wat uitmaakt onder wat voor omstandigheden de detentie wordt doorgebracht. H. werd ervan verdacht dat hij op familieleden had geschoten. Dat maakt de zaak heel bijzonder. De hele familie heeft zich vervolgens ook tijdens H.’s detentie tegen hem gekeerd. Dat maakte die detentie extra zwaar.”
De 25-jarige H. zat meer dan acht maanden in voorarrest, voordat hij moest voorkomen en werd vrijgesproken.
Het standaardtarief voor onterechte detentie bedraagt 70 euro per dag doorgebracht in een Huis van Bewaring en 95 euro per dag in een politiecel.
Volgens deze formule zou H. recht hebben op 18.320 euro. Mr. Van Berge Henegouwen vond dat veel te weinig. “De schietpartij van september 2006 met een mitrailleur op het huis van een zigeunerfamilie in Gilze heeft enorme publiciteit teweeggebracht. De impact in de Roma-familie was dienovereenkomstig. H.’s eenzame detentie was ook extreem.”
De raadsman eiste daarom bijna het dubbele bedrag van het standaardtarief: 34.690 euro. De rechtbank kent dat bedrag toe, zo maakte ze gisteren bekend.
Dat is een streep door de rekening van het Openbaar Ministerie, dat het niet zo heeft op hoge schadevergoedingen aan vrijgesproken gedetineerden. “Wij voelen daar alleen voor bij ernstige reputatieschade. Dan heb je het vooral over mensen die verdacht werden van zedenmisdrijven. Verdenking van geweldsdelicten is veel minder stigmatiserend”, vindt officier van justitie. De advocaat: “De rechtbank erkent nu dat je ook recht hebt op hogere schadevergoeding bij een extra zware detentie.”
Advocaat: Sjoerd van Berghe Henegouwen te Maastricht.
—————————————————————————————–
Maart 2008.
Mijn visie………….op de bezuinigingen in de gesubsidieerde rechtsbijstand.
In het regeerakkoord is neergelegd dat 25 miljoen euro in 2008 en 50 miljoen in de daaropvolgende jaren bezuinigd dient te worden op het budget van de gefinancierde rechtshulp. De bezuiniging voor 2008 is inmiddels teruggebracht van 25 naar 10 miljoen euro. Voor de nog resterende bezuiniging van 50 miljoen in de periode 2009-2011 is het de bedoeling dat in juni 2008 bekend wordt hoe dit bedrag ingevuld zal worden. Er vindt in dit kader in opdracht van de Staatssecretaris van Justitie een beleidsdoorlichting plaats, waarin voornamelijk wordt teruggekeken op het functioneren van het stelsel van gefinancierde rechtshulp in de afgelopen jaren. Daarnaast zal onderzocht worden welke alternatieven zouden kunnen helpen de voorgenomen bezuinigingen te bewerkstelligen. Voor een goed begrip en interpretatie van de aangekondigde bezuinigingen is het goed om te weten hoe het nu werkt. In internationale wetgeving en ook in ons eigen Wetboek van Strafrecht is vastgelegd dat iedere verdachte recht heeft op (kostenloze) rechtsbijstand. Er wordt aan hem of haar dan een advocaat ‘toegevoegd’ door de Raad voor Rechtsbijstand, de instelling die toevoegingen afgeeft en beoordeeld. Dat kan op twee manieren: als een verdachte wordt voorgeleid en in bewaring wordt gesteld door de Rechter-commissaris wordt ambtshalve een advocaat toegewezen aan de verdachte, er wordt dan een last tot toevoeging afgegeven. Het kan ook zo zijn dat iemand op vrije voeten is en een dagvaarding ontvangt, bijvoorbeeld voor een verkeersovertreding. Als het inkomen en het vermogen van die persoon onder een bepaalde inkomensgrens ligt, dan kan ook hij verzoeken om een advocaat op toevoeging, in het normale taalgebruik wordt dat vaak een pro deo advocaat genoemd. Voor de goede orde, zo’n advocaat werkt niet voor niets maar de tarifering is ver beneden het normaal gangbare uurtarief, men moet daarbij denken aan minimaal een netto halvering. De overheid wil dus bezuinigen op de gefinancierde rechtsbijstand en beknibbelt op deze wijze naar mijn mening steeds meer op het fundamentele recht van iedere burger om zich te laten bijstaan door een vakkundig persoon die hem of haar kan helpen in de wirwar van regeltjes en wetten waar de gemiddelde verdachte niets van weet. De Raden voor Rechtsbijstand gaan nu zover dat zij menen dat bijvoorbeeld het overleg met familie of partner van een gedetineerde niet meer vergoed worden en ook bestudering van jurisprudentie en wetgeving moet uit de eigen za(a)k van de advocaat worden betaald. Daarnaast heeft de Raad ook doorgevoerd dat bezoeken aan client slechts gedeeltelijk nog maar worden vergoed en daar een limiet aan gesteld. Uitermate vervelend op het moment dat er een fors en gecompliceerd dossier besproken dient te worden of indien de client simpelweg niet over de verstandelijke vermogens beschikt om zijn dossier efficiënt en adequaat binnen een bepaald tijdsbestek te bespreken. In onze eigen praktijk blijkt een groot punt van ergernis te zijn het gemak waarmee de Raad voor Rechtsbijstand omgaat met het verzoek om een tweede advocaat te benoemen in twee zeer gecompliceerde moordzaken. Voor de goede orde, zaken waarbij het Openbaar Ministerie zich liet bijstaan door een flink team van deskundigen en ondersteunend personeel. De Raad vond het niet nodig hetgeen impliceert dat de kantoororganisatie opdraait voor de extra kosten daar de verdediging niet wil inboeten aan kwaliteit en toch de verdediging met twee advocaten voert. Tenslotte is de Raad ook van mening dat bestudering van het dossier (zonder onderscheid naar de complexiteit van de zaak) vastgelegd kan worden in het aantal pagina’s per minuut. Daarnaast wil de Raad een opgave van de advocaten van eventuele medeverdachten zodat zij kan vergelijken wie het snelst leest en dat wordt dan de maatstaf. In onze praktijk komt het voor dat civilisten, bijvoorbeeld via een piket zonder gehinderd te worden door enige strafrechtelijk specialistische kennis, het dossier amper hebben ingezien doch de Raad houdt deze ‘ondergrens’ aan als maatstaf. Als strafrechtspecialist die forse investeringen doet in literatuur, jurisprudentie en cursussen, dient men zich dan tegenover de Raad te verdedigingen waarom er zoveel meer tijd in een dossier is gestopt.Toen begin 2007 de discussie op gang kwam over de bezuinigingen voor 2008 is een snel en globaal onderzoek verricht door de SP en de VSAN onder de advocaten die toevoegingzaken doen. 60 % van de ondervraagde advocaten reageerde meteen spontaan dat zij zouden stoppen. Naar mijn mening dient de advocatuur (bij monde van de Algemene Raad), daarbij gesteund door betrokken politici zich met hand en tand te verzetten tegen deze bezuinigingen die tot gevolg hebben dat de burger zich niet langer meer kan laten bijstaan door een advocaat.
Advocate: Mr. Esther P. Vroegh
ADRES |
Nieuwe Gracht 5a, 2011 NB Haarlem |
TEL |
023-5512232 |
FAX |
023-5513232 |
|
|
SITE |
————————————————————————————————————Januari 2008 Mijn visie ……op het voorstel van het openbaar ministerie om opnieuw te kunnen vervolgen na vrijspraak. Het openbaar ministerie kwam deze maand met een opmerkelijk voorstel. Zij willen dat ze het recht krijgen om burgers die onherroepelijk zijn vrijgesproken later toch opnieuw te mogen vervolgen. Want, zo redeneert het openbaar ministerie, als er jaren later toch nieuw bewijs gevonden wordt, dan zou het toch mogelijk moeten zijn om de vrijgesproken burger alsnog opnieuw voor de rechter te kunnen dagen. Men denkt dan vooral aan nieuwe DNA-sporen en ander forensisch bewijs wat met nieuwe technieken alsnog achterhaald kan worden. Klinkt allemaal leuk en aardig, maar het openbaar ministerie ziet een aantal belangrijke dingen over het hoofd. Als een burger onherroepelijk is vrijgesproken, dan betekent dit dat de rechter in ieder geval niet overtuigd was van de schuld van die burger op het moment dat het openbaar ministerie die strafzaak aan de rechter voorlegde. Het betekent dus ook dat het openbaar ministerie een strafzaak aan de rechter heeft voorgelegd waarin onvoldoende bewijs zat. Nog nauwkeuriger bekeken, betekent het dat de Staat een burger onnodig heeft aangeklaagd. Die burger heeft vaak een jarenlang gevecht met het openbaar ministerie achter rug. In serieuze zaken heeft de burger vaak ook nog geruime tijd in voorlopige hechtenis doorgebracht. Door het openbaar ministerie nu de bevoegdheid te geven om diezelfde burger opnieuw die Helse weg te laten afleggen, miskent het openbaar ministerie principieel dat het zelf verantwoordelijk was voor de eerste rechtsgang die voor hen met een zeperd eindigde. Het kan ook anders. Als de officier van justitie van mening is dat het onderzoek van de politie te weinig bewijs heeft opgeleverd, dan kan hij ook besluiten om de zaak te seponeren wegens te weinig bewijs. In die situatie heeft het openbaar ministerie ook nu al de mogelijkheid om bij later ontdekt nieuw bewijs de rechter toestemming te vragen om opnieuw die burger te vervolgen. Wat het openbaar ministerie nu dus eigenlijk zegt is dat zij de bevoegdheid willen om burgers minder zorgvuldig te gaan vervolgen. Ze willen een wettelijke situatie waarin er onzorgvuldig met burgers mag worden omgesprongen. De politiek moet niet meegaan met deze malle eis van het openbaar ministerie. De Minister van Justitie moet juist het openbaar ministerie aansporen om zorgvuldige vervolgings- beslissingen te nemen. De staat moet juist strafzaken tegen burgers aanbrengen waarvan men ook zelf na een kritische afweging vindt dat het zeer waarschijnlijk is dat er voldoende bewijs is om iemand veroordeeld te krijgen. Een en ander lijkt mij een veel betere garantie om zeperds bij de rechter te voorkomen. Sjoerd van Berge Henegouwen Advocaat te Maastricht. ——————————————————————————————————–
December 2007
Mijn visie….. op de Hells Angels en het meeluisterende Openbaar Ministerie.
Vanaf 17 oktober 2005 sta ik een aantal leden van de motorclub Hells Angels bij die in eerste instantie verdacht werden van moord, doodslag, mishandeling, drugs en wapenhandel en afpersing. Deze strafbare feiten zouden allemaal hebben plaatsgevonden in georganiseerd verband dus het Openbaar Ministerie wilden hen tevens vervolgen voor deelname aan een criminele organisatie. Het onderzoek naar de misdragingen van deze motorliefhebbers heeft jaren in beslag genomen en vele uren mankracht; vanaf 2003 is de Nationale Recherche (een soort elitekorps van politieambtenaren) begonnen met het horen van getuigen, het zoeken van mensen die aangifte wilden doen en het tappen van verschillende Angels. Jaren later bleek dat niet alleen de Angels maar ook de advocaten waren afgeluisterd. Al die inspanningen ten spijt werden van de 48 op 17 oktober 2005 aangehouden Hells Angels diverse verdachten een of twee dagen na hun arrestatie op vrije voeten gesteld. Uiteindelijk bleven er 22 over maar ook zij werden een voor een door de raadkamer van de rechtbank Amsterdam in vrijheid gesteld wegens gebrek aan ernstige bezwaren. De afgelopen jaren tot 20 oktober 2007 zijn 22 advocaten bezig geweest met het horen van de door
Mr. Esther P. Vroegh
Email: vroegh@mv-advocaten.nl