Vrijspraak voor dubbele moord
Feiten:
Verdachte is met een vriend in november 2001 naar Brazilie gegaan om daar een partij cocaïne te kopen. Via de connecties van verdachte zijn zij in Santos, Brazilie, in contact gekomen met J. en zijn er afspraken gemaakt omtrent de levering van cocaïne.
In januari/februari 2002 komt J. met vriend S. in Nederland aan. J. neemt contact op met verdachte en er worden afspraken gemaakt over de betaling aan de transporteurs en over de betaling van de
In Belgie bleek maar een deel van de cocaïne overgedragen te kunnen worden. Verdachte en consorten keren terug naar Amsterdam en laten de twee Brazilianen achter om op de rest van de drugs te wachten.
Terug in Amsterdam blijkt dat een vriend van verdachte is gevlucht met een gedeelte van de geleverde drugs.
Verdachte wordt door J. gebeld. Verdachte stelt J. gerust. Ook zegt verdachte dat er twee mannen onderweg zijn om hen en de resterende kilo’s op te halen.
Op de terugweg zijn de Brazilianen in Nederland doodgeschoten met een pistool en in de berm van de A-12 achtergelaten.
Verdachte heeft in de ochtend van 22 februari 2002 om 09.25 uur eenmalig telefonisch contact gezocht met het toestel van J.
De ochtend na de moord rijdt verdachte met twee vrienden door Amsterdam om de auto te zoeken waarmee de vorige dag op en neer naar Belgie is gereden. In de auto waren sporen aanwezig van de schietpartij de nacht ervoor. De auto wordt gevonden en wordt, in afwezigheid van verdachte, in diens eigen garage schoongemaakt.
Oordeel Hof:
Het hof overweegt als volgt.Een vriend van verdachte (genaamd Z.) heeft in verschillende verklaringen verklaard dat hij en verdachte samen het moordplan hebben bedacht. De verklaringen van deze Z. acht het hof niet overtuigend. Z. staat in zijn beschuldiging van verdachte alleen. Weliswaar heeft ook Y. een verklaring afgelegd over de vermeende betrokkenheid van verdachte bij de dubbele moord, maar deze wetenschap is enkel gebaseerd op mededelingen van eerder genoemde Z. . Voorts zijn de verklaringen van Z. niet geloofwaardig met betrekking tot het motief van de moord. Zowel Z. als Y. heeft verklaard dat het achterliggende motief van de moord zou zijn het uitwissen van sporen die naar verdachte zouden leiden. Het hof acht dit niet geloofwaardig nu de contacten in Brazilie via verdachte liepen en verdachtes naam en telefoonnummer bij de betrokken Brazilianen bekend was. Ook het motief dat verdachte in geldnood verkeerde snijdt geen hout nu verdachte heeft verklaard dat hij een koper had voor een deel (
Het hof merkt tenslotte op dat de ronduit knullige manier waarop de moorden zijn gepleegd niet duidt op een tevoren beraamd plan.
Eis Advocaat-Generaal: Levenslang voor het plegen van een dubbele moord.
Uitspraak Hof:
Steunbewijs past ook in alternatief scenario.
Vrijspraak voor moord. Veroordeling tot 7 jaar voor de handel in harddrugs.