Zaken geëindigd zonder straf of maatregel? Mail de redactie!

Geen straf in verkrachtingszaak van minderjarigen

Standpunt Advocaat

In deze zaak worden een aantal jong minderjarige jongens verdacht van verkrachting van een jonge minderjarige.

De advocaat  heeft aangevoerd dat zijn cliënt  tijdens de  politieverhoren erg onder druk is gezet en dat hij hierdoor dingen heeft gezegd die hij niet heeft bedoeld te zeggen. Ook heeft de advocaat kanttekeningen geplaatst bij het proces-verbaal van verhoor van zijn cliënt .Uit de tekst van de verhoren komt volgens de advocaat naar voren dat hetgeen zijn cliënt verklaard heeft niet letterlijk is weergegeven en door hem onmogelijk gezegd kan zijn. Hij twijfelt dan ook aan de betrouwbaarheid van de weergave.Volzinnen en woorden die zijn jeugdige cliënt nooit gebruikt zijn terug te vinden in de processen-verbaal.Nu de verhoren in deze zaak door de agenten zijn opgenomen had de advocaat aan de rechtbank zijn stellingen nader kunnen toelichten en onderbouwen door deze te laten beluisteren.
De audio-opname van het  verhoor blijken echter zoekgeraakt te zijn.
Het verhoor kan dan ook door de rechters niet worden gecontroleerd.  De advocaat stelde zich op het standpunt dat de verhoren niet tot bewijs kunnen worden gebruikt.

Feiten: 

Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat aangever bijna een jaar nadat het een en ander is voorgevallen nog steeds dagelijks werd geplaagd en uitgescholden en dat (bijna) het gehele dorp zich een oordeel heeft gevormd over hetgeen er zou zijn gebeurd. Ter zitting is duidelijk naar voren gekomen dat het verhaal als een lopend vuurtje is rondgegaan in het dorp en dat het lange tijd het gesprek van de dag is geweest. Dit maakt naar het oordeel van de rechtbank dat het reeds op voorhand een uiterst lastige opgave was voor verbalisanten om een helder en betrouwbaar beeld van hetgeen er in maart van het jaar 2006 precies is voorgevallen te reconstrueren. Het spreekt voor zich dat het door tijdsverloop en de veel rondvertelde verhalen moeilijk is aan te geven welke beleving van het gebeuren op eigen waarneming is gebaseerd en welke beleving tot stand is gekomen door horen en zeggen. Dit geldt te meer nu alle betrokkenen (verdachten/getuigen en slachtoffer) jong minderjarig zijn.

Oordeel Rechtbank: 

Het was juist in deze zaak van het grootste belang zorgvuldig te werk te gaan en nauwgezet de op het gebied van zedenzaken geldende richtlijnen,  die bijdragen aan een zorgvuldige wijze van totstandkoming van het dossier, te volgen.
Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het in casu niet meer mogelijk is om tot een betrouwbare feitelijke grondslag voor een einduitspraak te komen. De rechtbank zal de officier van justitie derhalve niet ontvankelijk verklaren in de vervolging. De rechtbank is zich bewust van het feit dat dit een zware sanctie is, maar gezien het feit dat het hier gaat om allemaal jong minderjarige verdachten, die van een zeer ernstig misdrijf worden verdacht hadden alle opgestelde waarborgen, zoals voorgeschreven in de Aanwijzing, in deze zaak in acht moeten worden genomen.